
De onschuld van het tafereel deed mij al het andere vergeten.
Het was moeilijk de slaap te vatten. Wild en traag draaiend tikten de minuten voorbij in de onuitputtelijke stroom over van alles en nog wat.
De gedachte aan slapen dreef een herinnering naar de oppervlakte.
De onschuld van het tafereel deed mij al het andere vergeten.
Jij, zo klein in diepe slaap, in volstrekte overgave, argeloos zoals alleen de jongsten onder ons kunnen zijn, met je armpjes langs je hoofd, je hoofdje opzij, je haar in een staart.
Gili Trawangan, net zo klein als jij.
Jij bracht mij in slaap met dat beeld, nog net zo scherp als toen, warm en zonnig.
Dat plekje in mijn ziel, ook al ben je nu groot en zelfstandig en ook al spreken we elkaar bijna nooit.
Gekerfd in mijn hart zit jij voor altijd.
Liever luisteren?