Buiten

Buiten


Met mijn kop omhoog, naar die strakblauwe hemel.

De zon schijnt volop aan
een strakblauwe hemel.
De kou hangt nog in de lucht.
Met mijn kop omhoog
naar die strakblauwe hemel
waait de wind door mijn haar.
Met muziek in mijn oren,
loop ik langs het water.
Ik lach, dit maakt me blij
want dit is geluk en dat maakt me vrij.

Ook te beluisteren!

Gelukkig met weinig

Foto: Mirjam Noach


Haar wandeltempo lag laag, je zou het snel slenteren kunnen noemen.

De duinen zijn veel dichterbij dan ze dacht. Eindelijk kan ze daar urenlang rondstruinen zonder dat afstand een drempel is.
Ze bewaren geheimen, de duinen. Dat voel je, als je de tijd neemt om goed te kijken en te voelen waar je je begeeft. Wild en ruig, onverschrokken liggen ze daar en geen zee te hoog of storm te hard. De duinen zijn onze oeroude poortwachters tussen zee en land.

Gili Trawangan

Foto door Flo Dahm op Pexels.com


De onschuld van het tafereel deed mij al het andere vergeten.

Het was moeilijk de slaap te vatten. Wild en traag draaiend tikten de minuten voorbij in de onuitputtelijke stroom over van alles en nog wat.
De gedachte aan slapen dreef een herinnering naar de oppervlakte.
De onschuld van het tafereel deed mij al het andere vergeten.

Drenthe

Foto: Mirjam Noach


Je waant je in een groot openluchtmuseum zonder toegangstickets.

Wat een provincie! Wat een ruimte, rust en natuurschoon. De mensen zijn er vriendelijk, zeggen gedag en kijken ons meewarig aan als ze weer twee toeristen uit het westen van het land zien die Drenthe ontdekken.

Tegen alle verwachting in


Je weet namelijk nooit wat de nabije toekomst brengt.

Toch nog slecht weer. Het kwam een dag later dan voorspeld. Zo grijs als de lucht is, voelt het ook binnenin. Een beetje van alles is uiteindelijk van alles niks. De koude en natte start van dit jaar heeft ervoor gezorgd dat het grondwater in de hoger gelegen zandgrondgebieden weer op peil is. In de lagergelegen kleigrond waar ik me bevind, wordt het steeds meer een modderpoel.
Fijn is anders. Dat geldt ook voor gebroken weekenddagen met midden-op-de-dag-activiteiten. Liever heb ik ze eerder in de ochtend of laat in de middag.
Het is ook nooit goed; te weinig kunnen of mogen ondernemen leidend tot vervelens veel vrije tijd of een drukke agenda met vermoeiend weinig rustmomenten. Wat wil je nu echt? Is er überhaupt iets te kiezen of is dit onderdeel van datgene wat we ‘het leven’ noemen?
Je kan proberen het allemaal zo goed mogelijk te ordenen zodat het proces voor jou beheersbaar is. Dat doe je dan voor je eigen gemoedsrust. Je weet namelijk nooit wat de nabije toekomst brengt.
Zo dringt hier, geheel tegen alle verwachting in, opeens de zon door.
Wanneer ik in de tuin sta om de warmte en het licht te vangen, ruik en zie ik wat de regen ook bracht; de geur van nieuw leven te midden van overdadige bloemenpracht.

Liever luisteren?

Fantasie en werkelijkheid


De bomen fluisteren en de vogels fluiten.

Hoe verder weg ik van de weg geraakte,
des te meer fluisterden de bomen mij toe.
“Maar hoe kan dat dan?” Vroeg ik.
“Jullie zijn bijna helemaal kaal.”
“Ach, je weet toch”, fluisterden ze,
“dat hoge bomen veel wind vangen.”

Terwijl ik op de zachte ondergrond loop, met het autogeraas in mijn linker- en vrolijke flierefluiters in mijn rechteroor, schiet ineens te binnen wat een vriend mij ooit zei.
“In Nederland is het nergens stil.” We zijn er zo al zo aan gewend dat het nauwelijks meer opvalt.
Rustig dwaal ik verder in deze oudheid waar minutenlang geen hond te bekennen is. De bomen fluisteren en de vogels fluiten. De beslotenheid van het bos dat ooit als eerste strandwal is gevormd en nu ingesloten ligt tussen wonen en werken, is een sprookjesomgeving waar je een andere dimensie bereikt en buiten de werkelijkheid lijkt te treden. Geestverruimend.
Het gevoel blijft bij me als ik naar huis fiets, de brug passeer en het betonnen fietspad bereik met het meanderend stroompje in weidelandschap. Daar zie ik zowel de zon als de maan aan de hemel. Staan die twee altijd recht tegenover elkaar? Nog in de betovering van het bos, kruis ik de drukke N-weg op weg naar de woonwijk, modern en ruim van opzet, ingericht op de toekomst. Het heeft iets hartelijks. De openheid straalt uit dat iedereen welkom is in het nu.
Met een schok constateer ik dat deze toegangsweg naar het heden, mij direct heeft losgerukt van het bosrijke verleden achter mij.
Twee totaal verschillende sferen op een afstand van nog geen twintig minuten fietsen.
Dat is net zo als binnen en buiten, drukte en stilte, beton en mos, fantasie en werkelijkheid.

Liever luisteren?

34-HP-24

Nu de vakantie-uittocht is begonnen, een mijmering over de lange vakanties die wij als gezin maakten, zwervend door Europa met auto en caravan. Magische tijden waren het.

 

Op de achterbank zit een meisje
het bruine haar in twee staarten.
De omgeving trekt aan haar voorbij,
geel-bruin-beige.
Warme lucht stroomt naar binnen
via het raam op-een-kiertje.
Dromerig en soezend in de Mercedes,
met dezelfde kleur.

Kraampjes vol dieprode meloen,
lonken uitnodigend.
Een eenzame ezel
bij een verlaten, vervallen huis.
Kilometerslange luchtspiegeling,
die het droge binnenland doorkruist.
‘Het is hier zo anders dan bij ons thuis’.

Straks komen we aan in Trogir,
dan springen we duizend keer in het water
en eten we smeerworst op brood.
Zwaaien we naar de
“paradiso-paradiso” groentevrouw,
al varende naar het dorp.
34-HP-24: Europa was nooit te groot,
het was alleen maar prachtig
bij jou op de achterbank, op schoot.

Mercedes beige