De wind is veel feller
buiten is het blauw en koud.
Waarheen stappen mijn voeten
pratend in mezelf kies ik een richting,
guur of snijdend
pijnlijk is het bijna.
Om de hoek snijdt het verder
de voeten gaan, vooruit dan maar
het pad op naar boven.
Toch al tegendraads nog een extra bocht erbij.
Pad en fietspad zo langs elkaar
denderende honden botsen alles omver.
De polder staat onder water,
in de zomer een mooie muggenplaag.
Het pad is goed begaanbaar en kaal langszij
verscholen voor de wind eromheen.
De voeten stappen verder in een spontane cadans
de rug in de wind, de capuchon over de oren.
Verder gaan we, veel verder
omdat de voeten het willen
omdat het hoofd rust krijgt.
Niks uitwaaien, uitlopen.
Over het gras van de opgeworpen wal
anders dan de vorige keer.
Hier kon ik rechtdoor
Ja! Zie je wel, heb vertrouwen
ook als straks de wind weer snijdt.
De brug over, je bent groot en licht.
De veters aansnoeren, een hernieuwde start.
Eindelijk weet je het doel van de voeten
nu begrijp je de stappen die moesten gezet.
Nog even verder de laatste afbuiging
de handen gespreid, de wind stroomt
aangenaam tussen de vingers.
Het is milder geworden, het gure is eraf.
De ronde is voltooid, langer en verder dan gedacht
eindelijk iets volbracht.