Haar wandeltempo lag laag, je zou het snel slenteren kunnen noemen.
De duinen zijn veel dichterbij dan ze dacht. Eindelijk kan ze daar urenlang rondstruinen zonder dat afstand een drempel is. Ze bewaren geheimen, de duinen. Dat voel je, als je de tijd neemt om goed te kijken en te voelen waar je je begeeft. Wild en ruig, onverschrokken liggen ze daar en geen zee te hoog of storm te hard. De duinen zijn onze oeroude poortwachters tussen zee en land.
Ik heb besloten dat het een grotere kunst is te accepteren hoe je in elkaar zit dan te proberen te veranderen in wat je niet bent.
Soms speelt er zoveel, dat het teveel wordt. In mijn hoofd ontstaat er een chaos waarin ik moet ruimen om orde te scheppen. Mijn vraag is dan hoe groot de bende moet zijn voordat je begint met puinruimen.
Je waant je in een groot openluchtmuseum zonder toegangstickets.
Wat een provincie! Wat een ruimte, rust en natuurschoon. De mensen zijn er vriendelijk, zeggen gedag en kijken ons meewarig aan als ze weer twee toeristen uit het westen van het land zien die Drenthe ontdekken.
Steeds weer kom ik hier tot rust terwijl ik jubelend langs de maisvelden fiets
Steeds weer als ik hier ben denk ik, wat een mazzel dat ik jou heb ontmoet en dat jij mij meenam naar jouw land en jouw familie waar ik geen woord versta van het gesprek, maar wel begrijp dat het onderwerp tot in detail wordt besproken. Mazzel dat jij mij meenam naar jouw streek; de streek die wij al in diverse variaties aantroffen: in opkomst, verdroogd en dor en nu, zompig van het oeverloze water dat het land overspoelde. Het groen en de zon, de jaloersmakende huizen met achtertuinen die uitkijken op mijmeringvolle graslanden, waar dorpen nog dorpen zijn en waar de stilte nog stil is. Steeds weer kom ik hier tot rust terwijl ik jubelend langs de maisvelden fiets, op weg naar de zoveelste glooiing die mij weer een ander uitzicht brengt. Uitzicht waarnaar ik kan verlangen op de lange weg hiernaartoe. Een vreugdevol uitzicht. Jouw land is ook mijn land geworden. Net zoals jij de mijne werd.
Omdat er verder helemaal niets gebeurt, is dit een opvallend intermezzo.
De zon verwarmt de kamer en eindelijk is de wind afgenomen. Er is geen haast, we hoeven nergens naartoe. Het is stil op straat, iedereen is met vakantie. We lunchen, op ons gemak. Het smaakt zoveel beter als je er de tijd voor neemt, als je proeft wat je eet. De aangename stilte wordt verstoord door een man die aan de verder gelegen overkant zijn hond uitlaat. Zou hij weten hoe hard hij praat? Dat het geluid ver draagt en dat ik daarom bijna letterlijk zijn telefoongesprek kan volgen? Omdat er verder helemaal niets gebeurt, is dit een opvallend intermezzo. Ik loop naar de openstaande tuindeur en zie een man in een te lange beige korte broek. Daarop daagt hij een dominant rood ruitjesshirt, witte sportsokken en stevige schoenen. Aan zijn stem hoor ik dat hij opgetogen is. Alsof hij voor het eerst in dagen weer iemand spreekt, fantaseer ik.
Op straat loopt een man met zijn hond. De wind is gaan liggen en het is aangenaam. De hond struint kwispelend door de berm, de lijn is lang genoeg om hem zijn gang te laten gaan. ‘Het is fijn een hond te hebben, dan is er een reden om me aan te kleden en naar buiten te gaan’, denkt hij. Hij kijkt voor zich uit en ziet de lege straat. Het is duidelijk zomer. Iedereen is met vakantie. ‘Was het maar vast voorbij, deze periode. Dan kan ik weer naar mijn biljartclub en kaarten in het Dorpshuis. Het is zo vreselijk stil’, peinst hij en kijkt naar zijn hond. Dan gaat de telefoon. Eerst schrikt hij van het geluid en kijkt een moment verbaasd naar het ding. Het is lang geleden dat iemand hem heeft gebeld. Uit enthousiasme begint hij heel hard te praten, zo blij is hij met de beller aan de andere kant van de lijn. Hij heeft het niet door. Trouwens, wie zou het horen? Het is zomer en het is stil op straat.
Je weet namelijk nooit wat de nabije toekomst brengt.
Toch nog slecht weer. Het kwam een dag later dan voorspeld. Zo grijs als de lucht is, voelt het ook binnenin. Een beetje van alles is uiteindelijk van alles niks. De koude en natte start van dit jaar heeft ervoor gezorgd dat het grondwater in de hoger gelegen zandgrondgebieden weer op peil is. In de lagergelegen kleigrond waar ik me bevind, wordt het steeds meer een modderpoel. Fijn is anders. Dat geldt ook voor gebroken weekenddagen met midden-op-de-dag-activiteiten. Liever heb ik ze eerder in de ochtend of laat in de middag. Het is ook nooit goed; te weinig kunnen of mogen ondernemen leidend tot vervelens veel vrije tijd of een drukke agenda met vermoeiend weinig rustmomenten. Wat wil je nu echt? Is er überhaupt iets te kiezen of is dit onderdeel van datgene wat we ‘het leven’ noemen? Je kan proberen het allemaal zo goed mogelijk te ordenen zodat het proces voor jou beheersbaar is. Dat doe je dan voor je eigen gemoedsrust. Je weet namelijk nooit wat de nabije toekomst brengt. Zo dringt hier, geheel tegen alle verwachting in, opeens de zon door. Wanneer ik in de tuin sta om de warmte en het licht te vangen, ruik en zie ik wat de regen ook bracht; de geur van nieuw leven te midden van overdadige bloemenpracht.
Het is een goede dag om te mijmeren.
De zon schijnt en omdat de anders zo talloze mogelijkheden nu tot in- en om het huis zijn beperkt, geeft het daadwerkelijk rust. Wij hebben mazzel. We hebben elkaar en als er iets is wat ons deze periode heeft geleerd, is dat wij elkaar goed kunnen verdragen; dagen en nachten aaneengesloten.
Overdag hebben we beide onze werkzaamheden, daarin gaan we volledig ons eigen weg. In het weekend is er tijd om te doen waar we ons goed bij voelen binnen de geboden mogelijkheden. Samen of afzonderlijk. Het is goed te beseffen wat je hebt en wat je daadwerkelijk nodig hebt.
Zolang je elkaar ruimte gunt, kan je zeggen dat er wederzijds respect is. Liefde zit in aandacht geven en loslaten. Je begrijpt het direct zodra je het ervaart.
Nu zit ik hier aan de tuintafel te schrijven, terwijl Lief de strijd met het onkruid zevenblad is aangegaan. De gejaagdheid die ik afgelopen weken heb ervaren, is geluwd. Om mij heen hoor ik zingende merels en andere vogels die er lustig op los twitteren. De camelia bloeit volop, net zoals de blauwe regen. Dit jaar voor het eerst. Het kan hier zo’n oase van rust zijn.
‘Laten we er een inspiratietuin van maken’, opperde ik.
‘Met diverse plekjes waar je kunt zitten, zodat je steeds een ander uitzicht hebt.’
Stukken, begroeid met wilde bloemen. Gras en tuinpad in het midden, de bank laten staan waar die staat en de moestuin op de plek zoals gepland.
Dit huis heeft meer in zich dan ik tot nu toe heb gezien.
Deze dagen in afzondering / alleen met jou / doet me opnieuw beseffen / hoeveel ik van je hou.
Hoe hard er ook werd geschreeuwd
deze periode was ook bedoeld voor reflectie.
Weet je nog wat het was,
die ultrabelangrijke opdracht?
De inventieve geesten
namen vast een vlucht naar voren:
‘Als we straks deze werkwijze inbedden,
levert dat enorme tijdsbesparing.’
Natuurrampen, pandemie, economische crisis,
een etmaal heeft vierentwintig uur.
Geen minuut extra krijg je
door technologische vooruitgang
slechts minder rust.
Zondag, ooit ook dienend
als dag van bezinning.
We blijven doordenderen
iedere waarschuwing of signaal,
wij zijn goed in negeren
en nog beter in meer en sneller.
De geschiedenis leert ons niets.
Tegen een doofstomme kan je blijven schreeuwen.
De warmte van de badkamer
is voelbaar in de gang.
Iets troostends heeft het
die besloten, dampende ruimte
waar rust heerst,
waaierend door het huis.
Kan je dat meenemen
die kalmte en reinheid?
Onaantastbaar in je bubbel
de wereld gemoedelijk gadeslaan,
drijven boven de dagelijkse drukte
van zenden en ontvangen.
Die tranquiliteit en eenheid in jezelf;
houd je ‘m vast vandaag?
Of knapt de zeepbel
op de drempel van het leven.