Echt intelligent

Foto door Artem Podrez op Pexels.com


Hoe is het om te zijn weggerukt van de gemeenschap waarbinnen jij je ding deed?

Dat het zomaar kan, een land binnenvallen, grenzen overschrijden, mensen vermoorden. Dat is toch absurd? Dat wat gisteren je huis was, ligt nu in puin. Ik probeer te voelen wat het betekent als je moet vluchten, als je alles moet achterlaten. Als je nooit eerder daarover hebt nagedacht omdat er geen aanleiding toe was. En dan ineens, van de een op de andere dag, ren je met je bezittingen waarvan je op dat moment denkt dat die het allerbelangrijkste zijn, naar een bus die je naar een veilige plek over de grens brengt. Tenminste, als je de mazzel hebt dat je kán vluchten.

De stem van mijn vader


De klank van zijn stem lijkt weg en toch, als ik focus hoor ik hem in mijn verbeelding praten.

Mijn vaders stem, het is al bijna zeven jaar geleden dat ik die voor het laatst hoorde. Op de allerlaatste dag van zijn aardse bestaan klonk hij weer net zo krachtig als ooit daarvoor; de trotse man die het leven ten volle had geleefd. Hij was een vechter, een overlever. Klein van stuk met grote mond, dát was mijn vader. Hij was de man die bij binnenkomst alle ogen op hem gericht wist.

Beroofd

Foto door Daniel Abbatt op Pexels.com


Opdat we nooit vergeten

Beroofd

Steeds verbaasd over volgzaamheid en naïviteit
omstandigheden bagatelliseren waarin ze verkeren
afgenomen vrijheden, als kostbare bezittingen bewaakt
door zwaar bewapende soldaten verstopt achter prikkeldraad.

Lijsten, uitzonderingen en Sperren die valse hoop geven
waarin je gelooft om te overleven.
Meewerken wekt de minste weerstand,
beroofd van idealen. Beroofd van je verstand.

Toen moesten ze, verder weg dan ze ooit konden
bedenken, dat veewagens symbool stonden
voor hoe ze werden behandeld en gezien
hadden slechts enkelen een vermoeden misschien.

Steeds verbaasd over volgzaamheid en naïviteit
van afgenomen vrijheden en waardigheid
Meewerken wekt de minste weerstand
beroofd van idealen, beroofd van je verstand.

Liever luisteren?

De boekentas voor mevrouw Taekema


Veel van de brieven hadden dezelfde strekking.
Hij was echt boos over het onrecht en de
omstandigheden in het kamp.

Dit jaar organiseerde Bibliotheek IJmond-Noord een schrijfwedstrijd met als titel “De boekentas voor mevrouw Taekema”. Een andere deelnemer heeft gewonnen. Dit is mijn inzending met aan het einde een twist. Het verhaal past in deze periode.
Leestijd: ongeveer 6 minuten.

De boekentas voor mevrouw Taekema

Sjors kwam binnen vlak voordat hij moest beginnen. Net op tijd komen was het enige dat niet veranderd was.
Haar kleinzoon volgde bij haar zijn online-lessen. Hij werd gek van het thuiszitten. Het was maar voor een paar uur per dag, zijn lessen duurden maar een half uur.
“Hoe laat begin je?” Had mevrouw Taekema gevraagd.
“Op dinsdag, woensdag en donderdag om half negen. Op maandag en vrijdag om negen uur.”
“Dan ben ik misschien net wakker Sjors.”
“Jij hoeft niet naar school”, had hij grinnikend geantwoord.

In de derde week dat Sjors bij zijn oma kwam, vroeg hij wat er in het koffertje zat dat naast de leunstoel stond. Iedere dag zag hij het staan en zijn nieuwsgierigheid werd steeds groter.
Hij overviel mevrouw Taekema met zijn vraag want hij zag dat ze schrok. Zijn oma had geantwoord dat het daar maar voor de sier stond.
De volgende dag was mevrouw Taekema erop teruggekomen. Ze had er slecht van geslapen; dat ze haar kleinzoon ontwijkend had geantwoord en omdat de inhoud van het koffertje zoveel verdriet bevatte. Slechts een keer had ze het geopend.
Ze vertelde hem dat het correspondentie tussen haar vader en moeder bevatte. In de Tweede Wereldoorlog was een Joodse jongen bij hen ondergedoken. Ze werden verraden, de jongen werd doodgeschoten en haar vader afgevoerd naar Kamp Westerbork waar hij in de gevangenis terechtkwam. Omdat ze twee kleine kinderen hadden, werd haar moeder gespaard. Haar vader had het niet overleefd.
Vol verbazing luisterde Sjors naar zijn oma. Nog nooit had iemand hier iets over verteld. Hij hoorde hoe haar stem brak, toen ze erover sprak. Ineens leek ze broos, terwijl ze anders altijd zo hip en krachtig was.
“Mag ik het zien?’, vroeg hij zacht. Mevrouw Taekema knikte. “Wat zwaar”, zei hij en ging naast zijn oma op de bank zitten. Voorzichtig, alsof hij een schatkist opende, lichtte hij het deksel. Zijn ogen zagen keurig geordende rijen enveloppen en briefkaarten. Sjors durfde het nauwelijks aan te raken, bang om iets te beschadigen, totdat zijn oma hem aanmoedigde een brief te pakken. Met veel moeite las Sjors wat er geschreven stond. “Alle pakketten heb ik in goede orde ontvangen. Er is niets uit. Gelukkig maar want ik heb zo’n honger.” Sjors keek zijn oma aan. Dit was heel heftig. Daar wilde hij meer van weten. Ze hadden afgesproken dat Sjors de koffer mee naar huis nam om de familiegeschiedenis te leren kennen.
Wel had mevrouw Taekema hem gewaarschuwd: “Je mag me alles vragen, en je mag er net zo lang over doen als je wilt. Denk erom; het is geen Fortnite. Weet waar je aan begint.”
De lege plek naast de leunstoel was meer dan symbolisch.

Na de lessen lunchten ze vaak samen en dan vertelde Sjors wat hij had gelezen en wat dat met hem, een zestienjarige puber, deed. Veel van de brieven hadden dezelfde strekking. Hij was echt boos over het onrecht en de omstandigheden in het kamp. Het gebrek aan eten, dat echtparen in aparte barakken kwamen, dat je met meer dan tweehonderd mensen een barak deelde, dat er geen verwarming was en nauwelijks sanitaire voorzieningen. De huivering van weer een transport. Steeds verder dook hij in de geschiedenis. Zo had hij de website van Kamp Westerbork bezocht en leerde dat het kamp na de oorlog nog twintig jaar als repatriëringskamp voor Indische Nederlanders had gediend. Het had hem verbaasd en dacht daar het zijne van.
“Misschien kan ik in de bibliotheek boeken lenen die meer vertellen over Kamp Westerbork”.
“Weet je zeker dat je dat wilt?” Mevrouw Taekema legde liefdevol haar hand op die van haar kleinzoon. Had ze er goed aan gedaan hem dit te laten lezen? Ze zag zijn worsteling terwijl ze had gehoopt dat het hem minder zou raken, omdat hij jong was en er verder vanaf stond.
Ze moest iets doen, ze moest hem helpen.
“Ik ben ook lid van de bibliotheek. Laat mij maar zoeken Sjors. Ik weet wat je nodig hebt.”

“Is dit echt de boekentas voor mevrouw Taekema?”, vroeg de bibliotheekmedewerker. Haar collega knikte.
Toen ze op de afgesproken tijd haar bestelling kwam ophalen zei de medewerker; “Dat is nog eens heel ander leesvoer, mevrouw Taekema”. Ze lachte en liep opgelucht terug naar huis.
Haar tas vol stripboeken voelde heel licht.

Liever luisteren?

Verzet

Persbericht van Haarlemmermeermuseum De Cruquius:

“Verhalenpaal VERZET krijgt op 4 mei gedicht van Polderdichter Haarlemmermeer

Cruquius 4 mei 2019 – Vandaag, ter ere van Nationale dodenherdenking, krijgt Verhalenpaal VERZET een eigen gedicht van Polderdichter Mirjam Noach.
Haarlemmermeermuseum De Cruquius vroeg Noach gedichten te schrijven voor vier Verhalenpalen van het Buitenmuseum. In december 2018 kreeg de Verhalenpaal 07- SPADE bij de Ringvaart, monument van dat jaar, het 1e gedicht.
Na een oproep in de krant nomineerde het publiek Verhalenpaal 05 – VERZET voor het 2e gedicht. De paal markeert de heldhaftige inzet van de Familie Boogaard, die in WOII met gevaar voor eigen leven vele onderduikers opvingen.
Noach: “Als je weet waaruit iets is ontstaan, dan komt het begrip.”
Lees op https://www.haarlemmermeermuseum.nl/05-verzet het gedicht.”

 

Verzet

Jouw weigering mee te gaan
in de opgelegde moraal van uitsluiting.
Door de bezetter
met zijn weerzinwekkende ideologie.
Jij verzette je ertegen
bood tegenstand
door de verstotenen op te vangen.

Ze zijn er, de mensen die kunnen vertellen
wat jij voor hen hebt gedaan.
Dat ze het hebben overleefd.
Dankzij jou. Zelf heb je het onderspit gedolven
het verschrikkelijke lot tegemoet
waartegen je zo had gestreden.

Laat ons stilstaan
bij hen die hier verzet boden.
Zoveel meer dan alleen een schuilplaats.
Net zoals jouw innerlijke revolutie
zoveel meer was dan alleen Verzet.