Nu de vakantie-uittocht is begonnen, een mijmering over de lange vakanties die wij als gezin maakten, zwervend door Europa met auto en caravan. Magische tijden waren het.
Op de achterbank zit een meisje
het bruine haar in twee staarten.
De omgeving trekt aan haar voorbij,
geel-bruin-beige.
Warme lucht stroomt naar binnen
via het raam op-een-kiertje.
Dromerig en soezend in de Mercedes,
met dezelfde kleur.
Kraampjes vol dieprode meloen,
lonken uitnodigend.
Een eenzame ezel
bij een verlaten, vervallen huis.
Kilometerslange luchtspiegeling,
die het droge binnenland doorkruist.
‘Het is hier zo anders dan bij ons thuis’.
Straks komen we aan in Trogir,
dan springen we duizend keer in het water
en eten we smeerworst op brood.
Zwaaien we naar de
“paradiso-paradiso” groentevrouw,
al varende naar het dorp.
34-HP-24: Europa was nooit te groot,
het was alleen maar prachtig
bij jou op de achterbank, op schoot.
