Totdat de dagelijkse gang van zaken weer de overhand neemt en we ons laten regeren door onze kop, is er dat ene moment van vurige zaligheid.
Heb jij dat wel eens, dat je volstrekt onverwacht in aangename verrassing raakt bij de zachtheid van de huid die je zo goed kent, die je al zolang liefhebt. En toch, soms, wanneer je in totale onbevangenheid verkeert, is die aanraking meer dan een streling of liefkozing. Dat je opnieuw beseft hoe bijzonder het is de zinnelijkheid te ervaren en voelt hoe intens liefhebben kan zijn.
Het was ochtend en toen ik mijn ogen opende keek ik naar jou, jij die op je buik lag, je hoofd afgewend, je schouder en arm ontbloot. Nog diep in slaap. ‘Huidhonger’ dacht ik. Een fascinerend woord, vindt u dat ook? Pas later vroeg ik me af waarom ik daar direct aan dacht. Ik begin het woord te ontrafelen. Het is iets anders dan de vertrouwde arm om je schouder. Dit gaat verder, het heeft iets intiems, een verlangen naar huid, naar aanraking, streling, tederheid, lief en opwindend. Honger naar huid. Het herbergt ook iets van eenzaamheid. Vind ik. Het is anders dan de op datingsites vaak opgemerkte behoefte aan een schouder en het hebben van een ‘maatje’. Denkt u dat veel mensen huidhonger hebben gehad in de afgelopen maanden? Sociale contacten waren tot een minimum beperkt. Ik moet denken aan vrienden die je normaal gesproken omhelst bij het begroeten. Twintig keer elkaar omarmen en je hebt je portie huidcontact ook wel weer gehad. Ook denk ik aan relaties waarin partners zodanig hun eigen leven leiden dat ze contact met elkaar juist mijden. Dat je alleen wakker wordt omdat je besloten hebt in aparte slaapkamers te slapen. Ik kan me voorstellen dat je dan soms wakker wordt met een enorme behoefte aan lichamelijk contact. Of de jonge man wiens vrouw vorig jaar overleed en het verdriet dat hij voelt. Haar afwezigheid, het gemis van hun gein samen, de gesprekken met hun kinderen ’s avonds aan de eettafel. Haar hand op zijn arm en haar hoofd op zijn schouder als ze na het eten op de bank zaten. Huidhonger. De intense behoefte aan lichamelijk contact waarbij de huid zoveel te bieden heeft. Ruikt u het? Die wilde geur van opwinding bij het intens bedrijven van de liefde, de poriën die openstaan en u laten afdwalen naar andere gebieden waar alles nóg harder klopt, heftiger voelt en sneller stroomt? Díe honger naar huid. Ik denk aan de hoogbejaarde mevrouw die zich dagelijks nog steeds mooi aankleedt, hopend dat er vandaag iets gebeurt wat de sleur doorbreekt. Haar witte haar in een lichte krul en de brilglazen in haar zilverkleurig montuur zorgvuldig gepoetst. Ze zit voor het raam, heeft het geluk van een mooi uitzicht. Het ontbijt is al gebracht en zelfs alweer opgehaald. Ze zijn vriendelijk hoor daar niet van, maar de handelingen, het contact, alles is zo mechanisch. Ze hebben nu eenmaal meer te doen. De twinkeling in haar ogen is allang gedoofd. Ze mist haar kinderen, de kleinkinderen. Ze mist vooral een tedere aanraking. Iets wat haar haar zintuigen weer activeert. Iets dat haar een reden geeft om te leven omdat ze door die aanraking voelt dat ze leeft. De gedachte aan de vader van de dochter wiens moeder is overleden. Twee jaar alweer en het gemis wordt alleen maar groter. Gemis aan zijn vrouw, gemis aan haar lijf, hun lijven die samen ouder werden. Huidhonger en de kracht van aanraking. Waarom moest ik daar nou toch aan denken?