De beller

Foto: Mirjam Noach


Omdat er verder helemaal niets gebeurt, is dit een opvallend intermezzo.

De zon verwarmt de kamer en eindelijk is de wind afgenomen.
Er is geen haast, we hoeven nergens naartoe. Het is stil op straat, iedereen is met vakantie.
We lunchen, op ons gemak. Het smaakt zoveel beter als je er de tijd voor neemt, als je proeft wat je eet. De aangename stilte wordt verstoord door een man die aan de verder gelegen overkant zijn hond uitlaat. Zou hij weten hoe hard hij praat? Dat het geluid ver draagt en dat ik daarom bijna letterlijk zijn telefoongesprek kan volgen? Omdat er verder helemaal niets gebeurt, is dit een opvallend intermezzo. Ik loop naar de openstaande tuindeur en zie een man in een te lange beige korte broek. Daarop daagt hij een dominant rood ruitjesshirt, witte sportsokken en stevige schoenen.
Aan zijn stem hoor ik dat hij opgetogen is. Alsof hij voor het eerst in dagen weer iemand spreekt, fantaseer ik.

Op straat loopt een man met zijn hond. De wind is gaan liggen en het is aangenaam. De hond struint kwispelend door de berm, de lijn is lang genoeg om hem zijn gang te laten gaan. ‘Het is fijn een hond te hebben, dan is er een reden om me aan te kleden en naar buiten te gaan’, denkt hij. Hij kijkt voor zich uit en ziet de lege straat. Het is duidelijk zomer. Iedereen is met vakantie.
‘Was het maar vast voorbij, deze periode. Dan kan ik weer naar mijn biljartclub en kaarten in het Dorpshuis. Het is zo vreselijk stil’, peinst hij en kijkt naar zijn hond.
Dan gaat de telefoon. Eerst schrikt hij van het geluid en kijkt een moment verbaasd naar het ding. Het is lang geleden dat iemand hem heeft gebeld.
Uit enthousiasme begint hij heel hard te praten, zo blij is hij met de beller aan de andere kant van de lijn. Hij heeft het niet door. Trouwens, wie zou het horen? Het is zomer en het is stil op straat.

Liever luisteren?

Kort zomersprookje

Foto door Pierre Blachu00e9 op Pexels.com


De herinneringen van haar verblijf nam ze mee als souvenirs.

Van heel ver was ze gekomen. Vanuit het dichtbegroeide donkere woud waar ze zich beschut én beperkt voelde. Het was geen gemakkelijke beslissing geweest. Je weet immers wat je hebt en als je voor de keuze staat, zijn er altijd meer dan genoeg redenen om ergens van af te zien.
Voorzichtig zette ze haar eerste stappen op het pad aan de rand van het bos. Ze was op haar hoede, bij gevaar kon ze snel wegduiken. Aan de andere kant, daar zag ze de ongekende mogelijkheden. De dag dat ze alleen nog vooruit keek, kon ze zich goed herinneren.
De vermeende lichtheid van haar nieuwe situatie maakte haar dartel en met haar steeds grotere stappen nam ze ook meer risico. Ze was vrolijk en geliefd. Daar waar ze kwam vond iedereen haar leuk. Als ze ergens langere tijd bleef, liet ze een onuitwisbare indruk achter. Toch bleef iets haar voortdrijven. Het was leuk en fijn voor zolang het duurde. De herinneringen van haar verblijf nam ze mee als souvenirs.
Zorgeloos trok ze van plek naar plek totdat ze erachter kwam dat haar vrolijkheid slechts ijle lucht was. Het ontbrak aan een vaste substantie, om te omarmen of je veilig bij te voelen.
De bergen die ze over moest werden steeds hoger en ze sleepte zich voort. In de bittere winterkou passeerde ze dorpen vol warme peperkoekhuisjes. ‘Ik wil ook in een peperkoekhuisje en dan blijf ik in bed tot ik zin om eruit te komen’. Tranen welden op. Ze voelde zich eenzaam en onbeschermd. Gelaten trok ze verder en slechts langzaam kwam ze vooruit. Wat hadden haar die vrolijke en luchtige dagen uiteindelijk gebracht?
Boven aangekomen, uitgeput van de zware rugzak die ze meedroeg, stond ze stil en keek naar de schoonheid van wat verder weg lag. Wat een verschil met dat donkere woud waaruit ze tevoorschijn was gekomen. Dat had ze ‘m toch maar mooi geflikt.
In de lente werd het weer aangenaam met gezapige groene weiden waar doorheen kristalhelder water stroomde.
In het dorpje waar ze stopte, waren geen mierzoete peperkoekhuisjes. Hier stonden prachtige vakwerkhuizen met een stoer en stevig houten raamwerk en witgeschilderde muren.
De reis had haar inzicht gegeven, van ervaringen voorzien. Ze was wijzer geworden. Ze bekeek het dorp met oprechte interesse en zag vanaf de oude brug de diepgang van de rivier en hoe alles doorstroomt. De uitbundige bloemenzee hangend aan balkons en lantaarnpalen in parken voorzag de verzameling huizen, die oogden als een onneembaar bolwerk, van romantiek. Romantiek van het soort dat je overkomt.
Eindelijk begreep ze waarnaar ze op zoek was geweest. De woorden waarmee ze werd aangesproken op het plein vertelden het haar; wees welkom, hier kan jij je echte stem laten horen en je ware aard laten zien.
Ze was thuisgekomen. Haar reis was ten einde.

Voor iedereen die (binnenkort) op reis gaat; fijne zomerdromen gewenst ♥

Liever luisteren?